houtstof

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  houtstof    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • hout·stof
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord houtstof
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hethoutstofo [1]

  1. stof bestaande uit het slijpsel van hout
     In de afvalsector wordt nog volop zonder bescherming gewerkt tussen dieselwalmen en andere kankerverwekkende stoffen als kwarts, houtstof en asbest. De inspectie van het ministerie van Sociale Zaken constateerde vorig jaar overtredingen bij 59 procent van ruim 430 onderzochte bedrijven. Dat waren vooral kleine bedrijven.[2]
     Door de nieuwe richtlijn worden de normen voor het werken met bijvoorbeeld houtstof aangescherpt. Tot op heden gold voor slechts vier stoffen, waaronder asbest, een Europese norm.[3]
Synoniemen
enkelvoud meervoud
naamwoord houtstof houtstoffen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dehoutstofv/m

  1. substantie waaruit hout is opgebouwd
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord houtstof staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Weblink bron “Inspectie: nog veel onveiligheid in afvalsector” (vrijdag 23 oktober 2015, 08:33), NOS
  3. Weblink bron “Nieuwe EU-richtlijn moet werknemers beschermen tegen kanker” (donderdag 13 oktober 2016, 19:03), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.