hreifa

Oudnoords

Woordafbreking
  • hreif·a
stamtijd
onbepaalde
wijs
tegenwoordige
tijd
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
hreifa



zwak volledig

Werkwoord

hreifa

  1. bewegen (bijv. de handen of ledematen)
  2. zich bewegen, zich verroeren
  3. slingeren, zwaaien
Verwante begrippen
  • [1-3]: riða
  • [1-3]: sveggja
  • [1-3]: sveifla
  • [1-3]: veifa
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.