huurbedrag
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: huurbedrag (hulp, bestand)
Woordafbreking
- huur·be·drag
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van huur zn en bedrag zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | huurbedrag | huurbedragen |
verkleinwoord | huurbedragje | huurbedragjes |
Zelfstandig naamwoord
het huurbedrag o
- (economie) hoeveelheid geld dat voor de huur wordt betaald door de huurder of wordt ontvangen door de verhuurder
- ▸ Het EMA zit in een pand aan Canary Wharf in Londen, een van de duurste plekken in de Britse hoofdstad. Door de aanstaande verhuizing zit de EU nu in zijn maag met het resterende huurbedrag dat wordt geschat op 347,6 miljoen euro. Het agentschap stelde het Europees Parlement een paar maanden geleden op de hoogte van het huurcontract.[1]
- ▸ Dat Johan Cruijff ook buiten het veld buitengewoon handig was bleek wel in 1972. Door een handige constructie kreeg de voetballer geen korting, maar betaalde hij een klein huurbedrag. leasing avant la lettre.[2]
Gangbaarheid
- Het woord huurbedrag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “ÉU maakte dure fout met Europees Geneesmiddelenbureau in Londen'” (donderdag 27 april 2017, 05:04), NOS
- ↑ Weblink bron “Cruijf: met de Citroen SM ' uitvinder'van het lease-systeem” (donderdag 24 maart 2016, 16:58), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.