huurhoogte

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  huurhoogte    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • huur·hoog·te
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord huurhoogte huurhoogten
huurhoogtes
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dehuurhoogtev

  1. (economie) het prijsniveau van de huur
     Huurders die er op inkomen achteruit gaan, krijgen onder bepaalde omstandigheden huurverlaging. De huurhoogte wordt niet gekoppeld aan de WOZ-waarde. Punten gaan de huur bepalen. Het wordt aantrekkelijker gemaakt om lege kantoorpanden om te bouwen tot woonruimte. Institutionele beleggers krijgen meer ruimte om woningen van corporaties te kopen.[1]


Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'huurhoogte' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Maatregelen woningmarkt op een rij” (woensdag 13 februari 2013, 10:50), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.