hypotheeklening
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: hypotheeklening (hulp, bestand)
Woordafbreking
- hy·po·theek·le·ning
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van hypotheek zn en lening zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hypotheeklening | hypotheekleningen |
verkleinwoord | hypotheekleninkje | hypotheekleninkjes |
Zelfstandig naamwoord
de hypotheeklening v
- (economie) lening waarbij de lener een onderpand ter beschikking stelt aan de kredietverlener
- ▸ Notarissen zien een ëindejaarsrun"van mensen die nog gauw belastingvrij een substantieel bedrag aan familie en vrienden willen schenken. Op 31 december loopt de tijdelijke regeling af, waarmee iemand tot 100.000 euro belastingvrij mag geven. Dat geld moet dan wel gebruikt worden voor het eigen huis, zoals het aflossen van een hypotheeklening, een verbouwing of de aankoop van een woning.[1]
- ▸ Politiek en toezichthouders zien het als een steeds groter probleem dat Nederlanders opgezadeld zitten met hoge hypotheekleningen, terwijl de huizenprijzen dalen. Boers wil dit met zijn aanpak veranderen. De overheid zou dit kunnen stimuleren door mensen fiscaal gunstig te laten sparen voor de aankoop van een huis. Ook voor starters zou dit systeem uiteindelijk beter zijn, zegt Boers. "Zij komen nu bijna helemaal niet meer aan een woning."[2]
Gangbaarheid
- Het woord hypotheeklening staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Nog snel even een ton schenken” (maandag 1 december 2014, 17:51), NOS
- ↑ Weblink bron “SNS: eerst sparen, dan huis kopen” (maandag 27 augustus 2012, 10:19), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.