inbelpunt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  inbelpunt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • in·bel·punt
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord inbelpunt inbelpunten
verkleinwoord inbelpuntje inbelpuntjes

Zelfstandig naamwoord

inbelpunt

  1. (communicatie) locatie waarnaar of waarop men kan inbellen (bijv. met een modem voor verbinding met een netwerk)

Gangbaarheid

  • Het woord 'inbelpunt' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
84 %van de Nederlanders;
82 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.