inch

Niet te verwarren met: Inch

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  inch    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɪntʃ/ (1 lettergreep)
Woordafbreking
  • inch
Woordherkomst en -opbouw
  • van Engels inch, in de betekenis van ‘Engelse duim’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1832 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord inch inches
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

inch m o

  1. (eenheid) Engelse duim, lengtemaat van 2,54 cm
    • In de industrie en de bouw wordt de inch nog wel gebruikt (bijv. een 3-duims pijp of een 1-duims dikke plaat hout). Andere zaken waarvan de maat nog vaak in inch aangeduid wordt, zijn beeldschermen van computers 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord inch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
89 %van de Nederlanders;
85 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.