infectiehaard

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  infectiehaard    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • in·fec·tie·haard
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord infectiehaard infectiehaarden
verkleinwoord infectiehaardje infectiehaardjes

Zelfstandig naamwoord

deinfectiehaardm

  1. de plaats van waaruit een besmettelijke ziekte zich sterk verspreid
    • Sinds begin maart is Noord-Brabant een infectiehaard van het coronavirus. 

Gangbaarheid

  • Het woord infectiehaard staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.