infertiel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: infertiel (hulp, bestand)
- IPA: / ɪnfɛrˈtil / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- in·fer·tiel
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | infertiel | infertieler | infertielst |
verbogen | infertiele | infertielere | infertielste |
partitief | infertiels | infertielers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
infertiel
- (medisch) het zich niet kunnen voortplanten bij dieren en planten
Synoniemen
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord infertiel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "infertiel" herkend door:
41 % | van de Nederlanders; |
77 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.