onvruchtbaar

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  onvruchtbaar    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • on·vrucht·baar
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen onvruchtbaaronvruchtbaarderonvruchtbaarst
verbogen onvruchtbareonvruchtbaardereonvruchtbaarste
partitief onvruchtbaarsonvruchtbaarders-

Bijvoeglijk naamwoord

onvruchtbaar

  1. (biologie) ongeschikt voor, niet in staat tot voortplanting
  2. weinig of geen vruchten voortbrengend
  3. zinloos, vruchteloos
Antoniemen
Verwante begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord onvruchtbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.