inflatieangst

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  inflatieangst    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • in·fla·tie·angst
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord inflatieangst inflatieangsten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetinflatieangsto

  1. (economie) (psychologie)de vrees voor al te sterke geldontwaarding
     De aandelenbeurzen kleurden vandaag dieprood en op de obligatiemarkten steeg de rente. Het is een breuk met het beeld van de voorbije jaren van stijgende koersen en dalende rente. Aan de ommezwaai liggen inflatieangst en rentevrees ten grondslag.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord inflatieangst staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Inflatieangst en rentevrees maken belegger bang” (woensdag 12 mei 2021, 22:36), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.