infocentrum
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: infocentrum (hulp, bestand)
Woordafbreking
- in·fo·cen·trum
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van info zn "informatie" en centrum zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | infocentrum | infocentrums infocentra |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de infocentrum v
- gebouw waar men informatie kan ontvangen; organisatie die informatie verschaft
- ▸ Hayon ontwierp de inrichting van het infocentrum, inclusief vaas. Het Groninger Museum kan nog niet zeggen hoeveel de vaas waard was. Het museum wil in elk geval dat Hayon een nieuwe maakt.[1]
- ▸ Het infocentrum in Den Nul geeft informatie en educatie over natuur en cultuurhistorie van de IJsselstreek. Er werken ruim tachtig vrijwilligers. Zaterdag opent het centrum zijn deuren voor het publiek.[2]
Gangbaarheid
- Het woord infocentrum staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Museumbezoeker stoot vaas om” (maandag 27 januari 2014, 13:32), NOS
- ↑ Weblink bron “Margriet opent infocentrum IJssel” (donderdag 19 april 2012, 16:58), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.