informaliteit
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: informaliteit (hulp, bestand)
Woordafbreking
- in·for·ma·li·teit
Woordherkomst en -opbouw
afleiding van informeel met het achtervoegsel -iteit
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | informaliteit | informaliteiten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de informaliteit v [1]
- strijdig met de officiële manier van doen, niet door protocol gereguleerde omgang met elkaar
- ▸ "Met veel kleine gebouwen vlak bij elkaar en ontstaan er heel veel interessante tussenruimtes. Pleintjes, straatjes, steegjes, doorgangetjes, dat samen levert een heel verrassend en verrijkende buurt op. Dus hier heb je een bepaalde intimiteit en een informaliteit en die krijg je cadeau door het op deze manier zo dicht te organiseren", aldus Van 't Spijker.[2]
- ▸ Informaliteit als kracht: Toch bleef het doel van de conferentie: een bijdrage leveren aan een vreedzame oplossing van conflicten. Soms aan de hand van concrete afspraken of aankondigingen, zoals in 2011, toen de ministers Clinton namens de VS en Lavrov namens Rusland hier een akkoord sloten om aan beide zijden het aantal nucleaire wapens te verminderen.[3]
Gangbaarheid
- Het woord informaliteit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Lune van der Meulen“Weg met woontorens? Deze architecten hebben alternatieven voor de woningnood” (zaterdag 29 mei 2021, 18:34), NOS
- ↑ Weblink bron Charlotte Waaijers“Op de veiligheidsconferentie in München is dit jaar geen plek voor iedereen” (vrijdag 17 februari 2023, 21:07), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.