ingebouwd
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: ingebouwd (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɪŋɣəˌbɑut / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- in·ge·bouwd
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van inbouwen: voltooid deelwoord (van het scheidbare werkwoord), op te vatten als samenstelling van in bw en gebouwd ww
Werkwoord
vervoeging van: | inbouwen… |
verbogen vorm: | ingebouwde |
ingebouwd
- voltooid deelwoord van inbouwen
stellend | |
---|---|
onverbogen | ingebouwd |
verbogen | ingebouwde |
partitief | ingebouwds |
Bijvoeglijk naamwoord
ingebouwd
- als blijvend onderdeel toegevoegd
- nauw omringd door gebouwen
Gangbaarheid
- Het woord ingebouwd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ingebouwd" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.