innocence

Frans

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  innocence     l'innocence     innocences     les innocences  

Zelfstandig naamwoord

innocence v

  1. het onschuldig zijn, onschuld


Engels

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
  • Via het Middelengels (14e eeuw) van Oudfrans inocence, < Latijn innocentia. Het woord kwam in de plaats van het erfwoord unscyld.[1]
enkelvoud meervoud
innocence innocences

Zelfstandig naamwoord

innocence

  1. het onschuldig zijn, onschuld
  2. onwetendheid
  3. (verouderd) zwakbegaafdheid

Verwijzingen

  1. innocence, Online Etymology Dicionary
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.