inpassing

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  inpassing    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • in·pas·sing
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord inpassing inpassingen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deinpassingv

  1. het inpassen

Gangbaarheid

  • Het woord inpassing staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
82 %van de Nederlanders;
84 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.