inruilen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  inruilen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • in·rui·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
inruilen
ruilde in
ingeruild
zwak -d volledig

Werkwoord

inruilen

  1. overgankelijk ~ tegen: iets ouds verkopen terwijl men een nieuwe versie koopt
    • Hij heeft zijn auto gisteren ingeruild tegen een spiksplinternieuwe. 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord inruilen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.