inschrijfdatum

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  inschrijfdatum    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • in·schrijf·da·tum
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord inschrijfdatum [1] inschrijfdatums
[1+2] inschrijfdata
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deinschrijfdatumm

  1. dag dat men zich ergens voor inschrijft
     Maakt zich ook niet druk. Ze lopen op koers met het aantal inschrijvingen, maar hebben studenten actief herinnerd aan de vervroegde inschrijfdatum. "We verwachten de komende twee weken nog een run op de inschrijvingen. We maken ons absoluut geen zorgen."[1]
     De afgelopen maanden heeft het Witte Huis steeds gezegd dat 31 maart de uiterste inschrijfdatum zou blijven, maar omdat er nog steeds problemen zijn met de website wordt er nu toch soepel omgegaan met Amerikanen die de deadline niet halen.[2]
  2. gegevens die men bij een inschrijving moet invullen

Gangbaarheid

  • Het woord inschrijfdatum staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Universiteiten niet in paniek om late inschrijvingen” (donderdag 17 april 2014, 12:16), NOS
  2. Weblink bron “Deadline Obamacare weer opgerekt” (woensdag 26 maart 2014, 04:41), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.