instrumentmaker

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  instrumentmaker    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • in·stru·ment·ma·ker
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord instrumentmaker instrumentmakers
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deinstrumentmakerm

  1. (beroep) iemand die instrumenten maakt
Synoniemen

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord instrumentmaker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.