internetbranche
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: internetbranche (hulp, bestand)
Woordafbreking
- in·ter·net·bran·che
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van internet zn en branche zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | internetbranche | internetbranches |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de internetbranche v / m
- (economie) bedrijfstak bestaande uit bedrijven die actief zijn op het internet
- ▸ De OPTA constateert dat de internetbranche wel bezig is met de cookiewetgeving. Veel organisaties willen echter eerst weten wat er precies van hen wordt verwacht, voor zij hun systemen aanpassen. De OPTA wil niet zeggen welke websites nog niet zijn aangepast aan de nieuwe wet.[1]
- ▸ Het debat dat hieraan vooraf is gegaan was nogal spannend. PVV en PvdA deden het voorstel, maar alleen de SP schaarde zich achter hen. Andere partijen vonden de wet niet gebruiksvriendelijk. Daarnaast protesteerde de internetbranche hevig tegen de strengere eisen. Vandaag bleek dat voor de Tweede Kamer het belang van de bescherming van de privacy het zwaarst weegt.[2]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord internetbranche staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.