intolerantie

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  intolerantie    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • in·to·le·ran·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord intolerantie -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deintolerantiev

  1. het negatief reageren op andere meningen, mensen
    • Er is een groeiende intolerantie jegens homo's. 
    • Ik constateer dat de intolerantie in het verkeer toeneemt. 
    • Wij mogen gerust intolerant zijn tegenover intolerantie 
  2. (medisch) onvermogen om te verdragen
    • Mensen met lactose-intolerantie kunnen geen melk verdragen. 
Synoniemen
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord intolerantie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.