invalkracht

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  invalkracht    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • in·val·kracht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord invalkracht invalkrachten
verkleinwoord invalkrachtje invalkrachtjes

Zelfstandig naamwoord

deinvalkrachtv/m

  1. tijdelijke werknemer die de functie van een vaste kracht overneemt als deze gedurende een bepaalde periode zijn of haar werk niet kan doen
     Ondanks de grootscheepse klopjacht op de rover, met behulp van helikopters, politiehonden en de verspreiding van een foto, wist de verdachte het land uit te komen, op weg naar zijn vaderland. Toen hij te voet de grens tussen Hongarije en Servië probeerde over te steken, werd hij in de kraag gevat. Het is onduidelijk of de Servische invalkracht de buit bij zich had.[1]
     Daar komt bij dat het voor scholen door de Wet werk en zekerheid moeilijker is invalkrachten te vinden. Geld dat de afgelopen jaren bedoeld was voor meer leraren en kleinere klassen, is niet aan dat doel besteed. Scholen hebben het gebruikt om gaten in hun begroting te dichten. Het is volgens de Rekenkamer onduidelijk waar het geld voor ondersteuning van zorgleerlingen aan is uitgegeven.[2]
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord invalkracht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Geldwagenkaper München gepakt bij Hongaars-Servische grens” (zaterdag 26 augustus 2017, 16:11), NOS
  2. Weblink bron
    Ardi Vleugels
    “Leraren hebben geen vertrouwen meer in hun staatssecretaris” (zaterdag 20 mei 2017, 08:17), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.