invest

Engels

Uitspraak
  • Geluid:  invest (VS)    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɪnˈvɛst/
Woordherkomst en -opbouw
vervoeging
onbepaalde wijs to  invest 
he/she/it  invests 
verleden tijd  invested 
voltooid
deelwoord
 invested 
onvoltooid
deelwoord
 investing 
gebiedende wijs  invest 

Werkwoord

invest

  1. overgankelijk (financieel) investeren
  2. overgankelijk inhuldigen, bekleden (met met een functie)
  3. overgankelijk (militair) belegeren
Antoniemen
  •  divest ww 

Gangbaarheid

100 %van de Amerikanen;
100 %van de Britten.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 18 februari 2020 “Measures of word prevalence for 61,800 English words” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.