inzegenen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  inzegenen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • in·ze·ge·nen
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

inzegenen [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
inzegenen
zegende in
ingezegend
zwak -d volledig
  1. een persoon of zaak heilig maken (bijv. de inzegening van een kerk) zodat ze gereed zijn voor hun religieuze taak
  2. van niet-religieuze zaken of mensen: ze voor hun bestemming gereed maken door er Godszegen voor te vragen en ze te beveiligen tegen de boze
  3. van een huwelijk: een echtpaar door het huwelijkse sacrament door God aan elkaar binden
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord inzegenen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.