jaardicht

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  jaardicht    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈjardɪxt/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • jaar·dicht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord jaardicht jaardichten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetjaardichto

  1. (dichtkunst) vers waarin de letters die ook Romeinse cijfers zijn kunnen worden opgeteld tot een jaartal dat betekenis heeft die verband houdt met de strekking van het vers
     De jaardichten op het vignet en aan het slot geven beiden het jaar 1668.[1]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord jaardicht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Hubert Meeus
    “Repertorium van het ernstige drama in de Nederlanden 1600-1650.” (1983), Acco, Leuven, ISBN 90-334-0629-2, p. 82
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.