jaarrecord

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  jaarrecord    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • jaar·re·cord
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord jaarrecord jaarrecords
verkleinwoord jaarrecordje jaarrecordjes

Zelfstandig naamwoord

het jaarrecord o

  1. de beste prestatie van een bepaald jaar
    ▸ Mitter begreep dat hij de directe aanleiding was voor het jaarrecord spijbelen.[1]
  2. een jaar met een resultaat dat hoger of lager is dan alle andere jaren
    ▸ 2024 opent wereldwijd met 5 heetste maanden, weer jaarrecord mogelijk[2]

Gangbaarheid

  • Het woord jaarrecord staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. ↑
    Håkan Nesser
    “Het grofmazige net” (2001), De Geus (uitgeverij), ISBN 9789044524048
  2. ↑ Weblink bron
    Rolf Schuttenhelm
    “2024 opent wereldwijd met 5 heetste maanden, weer jaarrecord mogelijk” (donderdag 13 juni 2024), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.