jaartijd

Niet te verwarren met: jaargetijde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  jaartijd    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈjartɛit/
Woordafbreking
  • jaar·tijd
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord jaartijd jaartijden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dejaartijdm

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) jaarlijkse herdenking van de sterfdag van een familielid
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord jaartijd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.