jaloersheid

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  jaloersheid    (hulp, bestand)
  • IPA:
Woordafbreking
  • ja·loers·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord jaloersheid jaloersheden
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

dejaloersheidv

  1. een wrok die iemand koestert omdat men een ander niet gunt wat men zelf begeert
    • Zijn jaloersheid is spreekwoordelijk. 
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord jaloersheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
93 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be

Papiaments

Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud of
impliciet meervoud
expliciet meervoud
  jaloersheid     -  

Zelfstandig naamwoord

jaloersheid

  1. jaloezie, afgunst.
Schrijfwijzen
Synoniemen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.