janet

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  janet    (hulp, bestand)
  • IPA: /ʒɑˈnɛt/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ja·net
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord janet janetten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dejanetm

  1. (pejoratief) homoseksueel
    • ‘Ik ben liever lid van een groep die mij niet wil laten trouwen en soms vuile janet roept, dan van een groep die de grenzen wagenwijd openzet’ [2] 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord janet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
44 %van de Nederlanders;
90 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.