januarinacht

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  januarinacht    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ja·nu·a·ri·nacht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord januarinacht januarinachten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dejanuarinachtm

  1. een van de lange nachten in de maand januari
     Een mooie zonsopkomst na een koude januarinacht, bij Kraggenburg in de Noordoostpolder[1]
     Een cocaïneverslaving gecombineerd met een persoonlijkheidsstoornis zorgde ervoor dat E. in de fatale januarinacht ontplofte.[2]
Hyperoniemen
Hyponiemen
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord januarinacht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Week in beeld: vuurwerk, frisse duik en verraderlijk glad” (Zondag 8 januari 2017), NOS
  2. Weblink bron
    Erik Jan Jansen
    “Kliniek: tbs van man die Hengelose Sharmila doodde met twee jaar verlengen” (01-10-2020), Tubantia
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.