jeansbroek

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  jeansbroek    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈdʒinzbruk/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • jeans·broek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord jeansbroek jeansbroeken
verkleinwoord jeansbroekje jeansbroekjes

Zelfstandig naamwoord

dejeansbroekv/m

  1. (kleding) een stevige broek gemaakt van spijkerstof
    • De jeansbroek werd eerst gemaakt voor arbeiders later kwam het in de mode bij jongeren 
Synoniemen
  1. spijkerbroek, denim

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord jeansbroek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.