jeugdgezondheidszorg

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  jeugdgezondheidszorg    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • jeugd·ge·zond·heids·zorg
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord jeugdgezondheidszorg
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dejeugdgezondheidszorgv/m

  1. (medisch) preventieve geneeskunde gericht op jongeren
     Het zou kunnen dat de drempel voor de jeugdgezondheidszorg is gestegen of dat mensen de weg naar het consultatiebureau niet weten te vinden.[1]
     Behalve politie, justitie en vertegenwoordigers van HGC, zijn ook slachtofferhulp, de gemeente Wassenaar en de Jeugdgezondheidszorg Zuid-Holland West aanwezig.[2]
     Volgens de GGD Midden-Nederland is het nog niet duidelijk hoeveel leerlingen van die scholen nog niet zijn gevaccineerd tegen mazelen. "De jeugdgezondheidszorg gaat die aantallen nog na. Daarna wordt besloten of we de brieven sturen", zegt een woordvoerder.[3]

Gangbaarheid

  • Het woord jeugdgezondheidszorg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Weblink bron “RIVM: moeilijk om vinger te leggen op daling vaccinaties” (Vrijdag 23 juni 2017, 16:48), NOS
  2. Weblink bron “Ouders willen duidelijkheid HGC” (Dinsdag 9 september 2014, 21:09), NOS
  3. Weblink bron “GGD: mogelijk oproep antroposofen” (Vrijdag 5 juli 2013, 17:31), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.