jonker

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  jonker    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • jon·ker
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘aanspreektitel voor adelborst’ voor het eerst aangetroffen in 1631 [1] [2][3]
enkelvoud meervoud
naamwoord jonker jonkers
verkleinwoord jonkertje jonkertjes

Zelfstandig naamwoord

dejonkerm

  1. jonkheer
  2. landjonker
  3. (libellen) Pseudagrion  libelle uit een geslacht van libellen (Odonata) uit de familie van de waterjuffers (Coenagrionidae)
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
  • jonkerachtig
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord jonker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
89 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.