journaille
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: journaille (hulp, bestand)
Woordafbreking
- jour·nail·le
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘persmuskieten’ voor het eerst aangetroffen in 1974 [1]
- pseudo-Frans
- combinatie van journalist en canaille [2]
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | journaille | - |
| verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het journaille o [3]
- (pejoratief) de gehele schrijvende pers of dat deel wat zich alleen met sensatie bezig houdt
Opmerkingen
- 'Journaille' was het pseudoniem van de cineast en journalist Jan Vrijman
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord journaille staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ "journaille" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ journaille op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.