journaliste

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  journaliste    (hulp, bestand)
  • IPA: /ʒurnaˈlɪstə/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • jour·na·lis·te
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord journaliste journalistes
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dejournalistev

  1. (beroep) (media) vrouw die journalist is
    • Een journalist of journaliste is een beroepsbeoefenaar die nieuwsfeiten verzamelt over recente gebeurtenissen van algemeen belang, die deze feiten onderzoekt of analyseert en daarover publiceert in een actueel (nieuws)medium. 
    • Fluisterend vertelt ze dat ze de dokter het liefst om "een spuitje" had gevraagd. De journaliste naast haar bed schrikt en vraagt of er dan helemaal niets is waar ze de vrouw een plezier mee kan doen. "Een mango", antwoordt Coolen tot ieders verrassing. [1] 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord journaliste staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Tubantia H. van Houwelingen 5 juni 2018 Hoe één mango België in de ban kreeg
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.