jubilee

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  jubilee    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ju·bi·lee
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord jubilee jubilees
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetjubileeo

  1. jubileum
    • De Britse koningin vierde het afgelopen jaar haar Diamond Jubilee, haar zestigjarig jubileum als vorstin. Ook speelde ze een belangrijke rol tijdens de openingsceremonie van de Olympische Spelen in Londen. [2] 
  2. jubilaris
    • Dinsdag gaat zijn nieuwe tournee, ‘Jubilee Lanoye’, in première in de stadsschouwburg van Utrecht. Donderdag vindt de Vlaamse première plaats in de stadsschouwburg van Sint-Niklaas. Op 27 augustus is de schrijver zestig jaar geworden, vandaar de tournee. [3] 
  3. jubeljaar
  4. naam van een beroemde diamant
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord jubilee staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
75 %van de Nederlanders;
91 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.