judicium

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  judicium    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ju·di·ci·um
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘vonnis, oordeel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1687 [1] [2][3]
enkelvoud meervoud
naamwoord judicium judicia
judiciums
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetjudiciumo

  1. (juridisch) vonnis
  2. oordeel (van de faculteit over een afgelegd examen aan een universiteit)
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord judicium staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
41 %van de Nederlanders;
43 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.