jutmis
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: jutmis (hulp, bestand)
- IPA: / ˈjʏtmɪs / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- jut·mis
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van Jut en en mis zn [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | jutmis | jutmissen |
verkleinwoord | jutmisje | jutmisjes |
Zelfstandig naamwoord
de jutmis v / m
- een mis die zou worden opgedragen aan de niet bestaande Sint-Jut (en dus nooi opgedragen wordt)
- ▸ Treurig is ook dat in andere Europese landen bodemas tot sint-jutmis zal worden toegepast onder snelwegen.[3]
Synoniemen
- juttemis (uitspraakvariant)
Uitdrukkingen en gezegden
- met sint-jutmis
van iets dat het nooit zal gebeuren; nooit
Gangbaarheid
- Het woord 'jutmis' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "jutmis" herkend door:
27 % | van de Nederlanders; |
53 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ jutmis op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron Thomas van Belzen“Green Deal bodemas zo lek als een mandje” (9 maart 2012) op cobouw.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.