kaakloze

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kaakloze    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈkaklozə/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • kaak·lo·ze
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kaakloze kaaklozen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

dekaaklozem

  1. (dierkunde) benaming voor zeedieren behorend tot de superklasse Agnatha 
Hyponiemen
  • zie de categorie: Kaaklozen in het Nederlands

Bijvoeglijk naamwoord

kaakloze

  1. verbogen vorm van de stellende trap van kaakloos
     Er zijn verschillende groepen vroege gewervelde vissen geweest. De grote groepen – van kaakloze, vrijwel graatloze vissen tot vissen met een goed ontwikkelde kaak en skelet – leefden in ondiepe wateren nabij de kust, waar het getij een sterke invloed had, concluderen de onderzoekers deze week in Science.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord 'kaakloze' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Gemma Venhuizen
    “Waar zwom de vroegste voorloper van de mens?” (25 oktober 2018) op nrc.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.