kaarde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kaarde    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈkardə/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • kaar·de
enkelvoud meervoud
naamwoord kaarde kaarden
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

dekaardev/m

  1. handgreep waaraan uitstekende naalden zijn bevestigd om daarmee de afgeschoren lange haren van dieren als schapen zo glad te strijken dat er draad van kan worden gesponnen
Synoniemen

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als werkwoord

Werkwoord

vervoeging van
kaarden

kaarde

  1. aanvoegende wijs van kaarden

Gangbaarheid

  • Het woord kaarde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
36 %van de Nederlanders;
24 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.