kaarden

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kaarden    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • kaar·den
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
kaarden
kaardde
gekaard
zwak -d volledig

Werkwoord

kaarden

  1. overgankelijk, (textielindustrie) het behandelen van ruwe katoen of wol met behulp van een kaard
    • Kamsters kamden of kaardden de wol, spinsters sponnen deze tot garen. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord kaarden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
41 %van de Nederlanders;
29 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.