kabelboer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kabelboer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ka·bel·boer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kabelboer kabelboeren
verkleinwoord kabelboertje kabelboertjes

Zelfstandig naamwoord

dekabelboerm

  1. (informeel) kabelexploitant

Gangbaarheid

  • Het woord kabelboer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.