kabinet-Rutte

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kabinet-Rutte    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌkabinɛtˈrʏtə/ (5 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ka·bi·net-Rut·te
Woordherkomst en -opbouw
  • samenstelling van  kabinet zn  en  Rutte en , geschreven met een koppelteken volgens spellingregel 6.I onder (3)
enkelvoud meervoud
naamwoord kabinet-Rutte kabinetten-Rutte
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetkabinet-Rutteo

  1. (politiek) (Nederland) regering met Mark Rutte als premier
     Door alle perikelen rond het tweede kabinet-Rutte zou je bijna vergeten wat daaraan voorafging: een felle verkiezingsstrijd, waarin we werden bestookt met retoriek, en dan vooral met beeldspraak.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord kabinet-Rutte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Erik van der Spek
    Vol op het orgel : Metaforen in verkiezingstijd in: Onze Taal., jrg. 81 nr. 12 (december 2012), Genootschap Onze Taal, Den Haag, p. 342
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.