kafzak

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kafzak    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • kaf·zak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kafzak kafzakken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dekafzakm

  1. met kaf gevulde zak die men kan gebruiken als beddezak
  2. (figuurlijk) dik persoon
  3. (figuurlijk) slap persoon
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord kafzak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
28 %van de Nederlanders;
52 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.