kalenderjaar

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kalenderjaar    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ka·len·der·jaar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kalenderjaar kalenderjaren
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetkalenderjaaro

  1. een periode van een jaar, beginnend op 1 januari van een gegeven jaar en eindigend op 31 december van hetzelfde jaar
    • Ieder kalenderjaar wijzigen de voorwaarden voor de subsidie. 
     Sommige hikers halen hun neus op voor het feit dat ik in hun ogen geen echte thru-hiker ben.’ (‘Thru-hike’ is de term die wordt gebruikt voor een langeafstandswandeling, zoals de PCT, die binnen één kalenderjaar een bepaald land geheel doorkruist.[1]
Verwante begrippen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord kalenderjaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.