kamerorkest
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: kamerorkest (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ka·mer·or·kest
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van kamer zn en orkest zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kamerorkest | kamerorkesten |
verkleinwoord | kamerorkestje | kamerorkestjes |
Zelfstandig naamwoord
het kamerorkest o
- (muziek) klein orkest dat kamermuziek speelt
- ▸ Rutte geeft dit jaar op Goede Vrijdag echter de voorkeur aan de Matthäus in de Pieterskerk in Leiden. Hij woont daar de uitvoering bij van het Bachkoor Holland en het Concertgebouw Kamerorkest.[2]
- ▸ Naast haar studie aan het Conservatoria di SantaCecilia krijgt Bartoli haar hele leven les van haar moeder Silvana Bazzoni. Haar vader, Angelo Bartoli, is tenorzanger. Haar eerste optreden doet zij op negenjarige leeftijd in Tosca van Giacorno Puccini. Bartoli heeft meerdere prijzen op haar naam staan, in het bijzonder voor haar Vivaldi Album, waarop zij vergeten aria's van Antonio Vivaldi zingt. Op 25 november presenteert zij samen met het Kamerorkest Basel haar nieuwe cd Mission aan het Nederlandse publiek, in het Concertgebouw.[3]
Gangbaarheid
- Het woord kamerorkest staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Rutte niet naar Matthäus Naarden” (Dinsdag 28 februari 2012, 11:34), NOS
- ↑ Weblink bron “Een kleine stem met groot succes” (Donderdag 20 september 2012, 15:34), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.