kandijkoek

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kandijkoek    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • kan·dij·koek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kandijkoek kandijkoeken
verkleinwoord kandijkoekje kandijkoekjes

Zelfstandig naamwoord

dekandijkoekm

  1. (voeding) peperkoek of ontbijtkoek die aan de bovenkant bestrooid is met kandijkorrels
    • Aardbeien met verse mascarpone en kandijkoek. 

Gangbaarheid

  • Het woord 'kandijkoek' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.