kantoorspul
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: kantoorspul (hulp, bestand)
Woordafbreking
- kan·toor·spul
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van kantoor zn en spul zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kantoorspul | kantoorspullen |
verkleinwoord | kantoorspulletje | kantoorspulletjes |
Zelfstandig naamwoord
het kantoorspul o
- zaken die men nodig heeft voor kantoorwerk
- ▸ Dora gooit haar rugzak met kantoorspullen over haar schouder en bindt het mandje op Gustavs voordrager.[1]
Opmerkingen
- meestal wordt het meervoud kantoorspullen, kantoorspulletjes gebruikt
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'kantoorspul' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ “Onder buren” (2021), Ambo/Anthos uitgevers , ISBN 9789026356186
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.