kapster

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kapster    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • kap·ster
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van kappen met het achtervoegsel -ster
enkelvoud meervoud
naamwoord kapster kapsters
verkleinwoord kapstertje kapstertjes

Zelfstandig naamwoord

dekapsterv

  1. (beroep) vrouwelijke kapper
    • Veel meisjes willen kapster worden van beroep. 
Hyponiemen
  • afrokapster, bomenkapster, boomkapster, dameskapster, toneelkapster
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord kapster staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.