karbats

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  karbats    (hulp, bestand)
  • IPA: /kɑrˈbɑts/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • kar·bats
Woordherkomst en -opbouw
  • van Russisch карбач (karbats) "zweep", geschreven als "carbats" in de betekenis van ‘zweep’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1616; het Russische woord gaat weer terug op Turks kırbaç (k'rbatsj) "zweep", "bullepees", ook het Duits Karbatsche, het Pools karbacz en het Hongaars korbats hebben dezelfde herkomst en kunnen van invloed zijn geweest op het Nederlandse woord [1][2][3][4]
enkelvoud meervoud
naamwoord karbats karbatsen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dekarbatsv

  1. (paardrijden) (verouderd) leren zweep met handvat
    • Naauwelijks waren wij op de kaai, of D'Egville, dien wij niet bemerkt hadden, trad plotseling voor ons, sloeg met zijne karbats Stewart in het aangezigt, wierp zich op een gereed staand paard en rende weg. [5]
Schrijfwijzen
Synoniemen
Opmerkingen
  • In de oudste bewijsplaats uit 1616 is de schrijfwijze "carbats" met een c, daarna is de vorm "karbats" met een k twee eeuwen gangbaar geweest, maar in de loop van de 19e eeuw verdrongen door "karwats".

Gangbaarheid

  • Het woord 'karbats' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.